Werkmethode

Bij de meeste hondeneigenaren, hondenscholen en trainers gaat het mis omdat men de problemen te lang heeft laten escaleren en nu op zoek is naar snelle oplossingen. Het gaat mis omdat men geen discipline of tijd heeft om kleine stapjes te nemen gedurende een langere periode.

 

Om een probleem op te lossen is erkenning van het probleem noodzakelijk. De noodzaak van erkenning geldt voor alle problemen in de menselijke wereld. Om een probleem te erkennen en op waarde te kunnen schatten is bewustzijn nodig. De processen van bewustzijn en erkenning zijn essentieel om te komen tot beoordeling en het eventueel oplossen van het probleem.

 

Onze taak is in eerste instantie om je bewust te maken van jouw probleem, om het probleem te kunnen erkennen en op waarde te kunnen schatten. Veel mensen willen snel door naar de oplossing en slaan daarmee het proces van bewustzijn en erkenning over.

 

Natuurlijk werken we tijdens de eerste training ook direct aan oplossingen maar we staan bewust uitgebreid stil bij het proces van bewustzijn en erkenning omdat we hebben geleerd dat dit proces cruciaal is. Dit proces kan vandaag voor jou starten. Na de reservering van een eerste training ontvang je direct een tweede PDF (studieboek) met onze informatie om jouw probleem beter te begrijpen.

​

Beoordeling van problemen.

 

Tijdens de eerste training bepalen wij voor jou waar op de 5 punten het zwaartepunt van het probleem zit. Het zwaartepunt van jouw probleem bepaalt vervolgens de strategie. Het zwaartepunt van een probleem bestaat vaak uit meerdere punten. De oplossing (strategie) zit in 3 onderdelen.

​

Bij milde problemen kun je na de eerste training al zelfstandig aan de slag gaan. Bij flinke problemen adviseren we wekelijkse begeleiding. Het studieboekje met bijzondere informatie wordt gestuurd als de reservering van de eerste training afgerond is.

​

Problemen in 5 onderdelen

1. Relatie mens en hond
2. Sfeer in de groep
3. Begrenzing richting hond
4. Behoeftes van de hond
5. Gestaag grenzen verleggen

Strategie in 3 onderdelen

1. Structurele spelregels (tijdens de dagelijkse omgang)
2. Dagelijkse oefeningen (binnen en buiten het huis)
3. Dagelijkse beweging (loopoefeningen aan de lijn en eventueel bijzondere
sport)

​

Nu volgt de toelichting van de 5 onderdelen. De strategie wordt tijdens de eerste training bepaald.

​​

1. Relatie mens en hond

Dynamiek, respect, autoriteit
 

De oplossing van ieder honden probleem zit verborgen in de relatie tussen hond/mens en in de sfeer van de groep. Een hond vertoont bij ieder mens en in iedere groep ander gedrag, afhankelijk van de relaties en de hiërarchie binnen de groep. Als de hond vertrouwen heeft in de leiderschap van een mens of in de sociale stabiliteit van de groep, vertoont de hond volgzaam gedrag (overgave). Als de hond geen vertrouwen heeft in de mens of in de groep, gaat de hond zelf initiatief nemen om zijn veiligheid te garanderen (bijten, blaffen) of om te claimen wat van hem is: het recht op aandacht, territorium of eten (claim probleem). Een sterke leider of een sterk gestabiliseerde groep voorkomen problemen en worden door ons gebruikt om problemen op te lossen.

​

Een hond die zich misdraagt heeft geen respect voor de grenzen van andere leden van de groep waarin die hond leeft. Een gebrek aan grenzen voor de hond beïnvloedt onze relatie met de hond. De hiërarchie is zoek. Een hond maakt instinctief gebruik (misbruik) van het gebrek aan hiërarchie. Een patroon van structurele ondermijning ontstaat met enkele dagen, hoe langer dit patroon zich aanhoudt, hoe hardnekkiger de vicieuze cirkel waar hond en mens zich in bevinden.

 

Om een relationeel (hiërarchisch) probleem op te lossen zijn we niet op zoek naar eenmalige commando’s, handelingen of oefeningen. We zijn op zoek naar een periode van maanden waarin langzaam een nieuwe dynamiek (nieuwe relatie/hiërarchie) ontstaat tussen de hond en de mens. Een dynamiek van leider (mens) en volger (hond). Deze dynamiek ontstaat vanuit autoriteit, autoriteit creëert respect, hiërarchie en geeft een gevoel van veiligheid voor de groep, waar de hond naar op zoek is. De hond zoekt houvast en wij moeten dat bieden.

​

Een hond is geprogrammeerd om mensen te volgen, mits er genoeg respect, autoriteit, hiërarchie en leiderschap aanwezig is. Deze kernbegrippen zijn de basis voor een stabiele groep, het zijn natuurwetten die gelden voor alle dieren die leven in een groep. Het herprogrammeren van de relatie tussen mens en hond staat centraal in de behandeling van hondenproblemen. Onze stijl van leidinggeven noemen we: kalm, autoritair.
 

2. Sfeer in de groep

Kalmte, geen haast, zonder stemgebruik

​

Een trekkende, nerveuze hond wordt vaak beïnvloed door een gehaaste, nerveuze sfeer. Deze sfeer wordt vaak gecreëerd door ons, als mensen in een groep. Haastig de deur uit, kletsen met elkaar, weinig aandacht voor de hond. Dit zijn redenen waardoor de sfeer in de groep stressvol wordt (gehaast, nerveus). De sfeer in de groep is allesbepalend voor het gedrag en de keuzes van de hond. Is de sfeer gehaast en nerveus? Gaat de hond trekken, omdat hij denkt dat dit de bedoeling is of omdat hij onzeker wordt van ons nerveuze gedrag, waardoor een ‘vlucht naar voren’ ontstaat. De spanning op de lijn maakt de sfeer nog nerveuzer en zo start de vicieuze cirkel.

​

Het eerste magische moment wat mensen bij ons beleven in de eerste training wordt veroorzaakt door de sfeer die we creëren richting de hond. De reden dat wij van Difficult Dogs honden snel kunnen laten volgen (snel resultaat), is omdat we capabel zijn om de sfeer te veranderen richting de hond. Vrijwel iedere hond committeert zich aan een nieuwe sfeer, die door een kalme autoritaire leider wordt opgelegd aan de groep. Iedere hond is capabel om zich over te geven aan een leider en direct volgzaam gedrag te vertonen, binnen enkele minuten. 

​

Het is moeilijk om in je eigen bubbel de juiste sfeer te creëren, omdat je vaak niet doorhebt hoe gehaast je handelingen uitvoert tijdens het uitlaten van de hond. Je zit vast in je eigen patronen. Wat is er nodig? Bewuste, rustige ademhaling, rustige lichaamsbewegingen, geen gehaastheid en een positionering waarbij de hond zonder trekkrachten structureel in de tweede positie wordt gepositioneerd vanuit het huis en gedurende de hele wandeling. De positionering van de hond in tweede positie is cruciaal om uitvallen en trekken te voorkomen.

​

3. Begrenzing richting hond

Niet trekken, springen, bijten en overmatig blaffen
 

Sommige honden hebben geen begrenzing nodig en zijn voorbeeldig, net als kinderen. Er zijn echter veel onzekere, nerveuze honden die wel begrenzing nodig hebben, anders loopt het gedrag de spuigaten uit, net als bij kinderen.

Begrenzing gebeurt altijd vanuit kalmte, zonder trek- of drukkrachten, met zachte handelingen vanuit kalme lichaamstaal. We trekken niet aan de lijn, we trekken niet aan de nek, we drukken honden niet in een hoek, we pakken geen nekvel vast, we schoppen niet tegen het lijf. We werken enkel met kalme lichaamstaal en rustige handelingen richting de hond.

​

Begrenzing kan worden geholpen door het gebruik van lijnen, tuigen en gentle leaders. Het middel is echter niet de kern van de begrenzing. We gebruiken middelen om controle te krijgen over de hond, de instructie richting de hond zit in onze lichaamstaal: kalmte. We werken met 5 modi om het volgen aan de lijn af te kunnen wisselen met vrij aan de lijn (snuffelen, spelen, behoefte doen).

​​

1. Volgen aan de lijn naast de knie 

2. Volgen aan de lijn voor de knie

3. Vrij aan de korte lijn

4. Vrij aan de lange lijn 

5. Los zonder lijn

 

Let op! Er mogen nooit trekkrachten op de nek staan via de sliplijn. In geen geval zijn trekkrachten op de nek goed. Met de sliplijn kan alleen worden gewerkt als de hond bereidwillig volgt en er enkel subtiele trekjes aan de lijn plaatsvinden. In het voorstadium van het ‘volgen’ (werken) wordt er in combinatie met het tuig gewerkt zodat alle trekkrachten op het tuig worden opgevangen en niet in de nek van de hond. Bij het gebruik van gentle leaders is altijd een gewenningsfase nodig van enkele dagen waarbij de hond langzaam leert omgaan met de begrenzing. De meest voorkomende fout met gentle leaders is een te snelle forcering van het middel. Dit kan schade teweegbrengen bij de hond. Alle materialen dienen gestaag te worden toegediend in de loop van enkele dagen.

 

4. Behoeften van de hond

Genoeg beweging, uitdaging, eten, rust, slaap en liefde (niet teveel)

​

We vragen volgzaamheid en kalmte van de hond binnen het huis en tijdens wandelingen, in ruil daarvoor krijgt de hond wat hij het meeste nodig heeft: een functie. Sommige honden hebben genoeg aan een rondje wandelen maar honden met een hoog energielevel hebben meer nodig. Dit soort honden hebben vooral in hun jonge jaren uitdaging nodig, het gevoel van een ‘job’. 

​

Het vervullen van behoeften is net zo belangrijk als het stellen van grenzen. Grenzen en behoeften zijn twee verbonden factoren. Hoe meer begrenzing er plaatsvindt, hoe meer aandacht er moet zijn voor het loslaten van energie en het vervullen van behoeften buiten het huis en naast de dagelijkse wandelingen.

Voor mensen die minder tijd hebben of minder valide zijn gebruiken we loopbanden in het huis om de energie van de hond op een kalme en effectieve wijze te kanaliseren.

 

Een loopband is een belangrijk onderdeel van de behandeling voor honden met een (te) hoge energie in combinatie met eigenaren die geen tijd of vitaliteit hebben om dagelijks meerdere uren buiten het huis te werken (sporten) met de hond. Liefde komt bewust als laatste voor in het rijtje van behoeften. Een grote fout die de meeste mensen maken is te veel liefde (affectie) toedienen aan een onzekere, nerveuze hond. Onzekere, nerveuze honden hebben een functie nodig waarvandaan ze zelfvertrouwen opbouwen. Sporten (werken) met de hond is de snelste weg naar meer zelvertrouwen.

​

5. Gestaag grenzen verleggen

Opbouw van meerdere weken/maanden, langzaam prikkels toedienen (babysteps)

​

Honden trainen betekent dagelijks kleine stapjes maken gedurende een periode van meerdere weken. Elke dag verleggen we een klein stukje van de grens. We gaan gestaag vooruit en bepalen wekelijks nieuwe doelstellingen op basis van de resultaten. Snel resultaat is niet het doel. Duurzaam resultaat gericht op de lange termijn is wel het doel. 

​

Significante gedragsverandering heeft minimaal drie tot vijf weken tijd nodig waarbij er elke dag getraind wordt volgens de bovenstaande principes. De weg naar blijvend resultaat vraagt geduld en discipline. Geduld omdat er elke dag kleine stapjes worden gemaakt, discipline omdat er niet afgeweken kan worden van de 5 principes.

​​